Bruine pigmenten

Uit Agriwiki

Elke verf heeft twee belangrijke bestanddelen; het pigment en het bindmiddel. Een pigment is een poedervormige stof die kleur geeft aan de verf. Het bindmiddel zorgt ervoor dat de pigmentdeeltjes aan elkaar en aan de ondergrond hechten.

Historisch kleurgebruik

Bij een goede restauratie is een op de historie gebaseerde kleurkeuze belangrijk. Om het historisch kleurgebruik te begrijpen, is kennis over de belangrijkste historische pigmenten nodig. Een voorbeeld hiervan zijn de bruine pigmenten. Bruine pigmenten zijn allemaal goedkope, natuurlijke aardpigmenten. Bruine oker werd het meest toegepast op luiken en deuren. Daarnaast werden vooral ombers gebruikt. Ombers zijn verwant aan de okers en redelijk betrouwbare pigmenten. Natuurlijke (rauwe) omber is grijsbruin. Door omber te branden wordt het diep roodachtig bruin van kleur.

Verkleuren

Kleuren veranderen onder invloed van licht, warmte, vocht en bepaalde bestanddelen in de lucht. Bij boerderijrestauraties is een duur kleuronderzoek door een deskundige vaak een uitzondering en zodoende zal vaak genoegen genomen moeten worden met een doe-het-zelf kleuronderzoek. Daarom is het goed enige kennis te hebben over het verkleuren van verf. Licht, hitte, vocht, zuurstof, zuren, zwavelwaterstof, hydroxiden, en het bindmiddel in de verf zijn vijanden van de kleurvastheid van kleuren. Zo kunnen ombers onder bepaalde omstandigheden verkleuren. Ombers zijn bijvoorbeeld niet erg bestand tegen licht. Vanwege de inwerking van het licht op ombers is het goed om altijd goed achter latjes, in sponningen en in donkere hoekjes te kijken.

Overzicht van de belangrijkste gebruikte bruine pigmenten en kleuren van 1600-1950

Bruine oker werd van de 17de eeuw tot halverwege de 20ste eeuw veel gebruikt. Omber kwam van de 17de eeuw tot het eind van de 19de eeuw voor, zij het in mindere mate. Veel gebruikte pigmenten zijn met een volle kleur weergegeven. Minder vaak gebruikte pigmenten zijn gestreept weergegeven in de tabel. Deze tabel wordt later toegevoegd. Voor een compleet overzicht zie pigmenten.

Kleurnummers

Met een bepaald pigment kan men een bepaalde kleur maken. Hoe die kleur precies uitpakt is onder andere afhankelijk van het gebruikte bindmiddel, de mengverhouding, de ondergrond en de lichtinval. Daarnaast zijn historische pigmenten vaak natuurlijke stoffen en dus nooit constant van kwaliteit en kleur. Ook zorgen verwering en vervuiling voor het veranderen van de kleuren. De genoemde kleurnummers zijn daarom slechts een indicatie!

Verder kunnen foto’s en beeldschermen onderling sterk verschillen in de weergave van een kleur (dit is goed te zien in een tv-winkel). Ook zijn kleuren in een boek of een folder onbetrouwbaar. Alleen een echte verfwaaier geeft een betrouwbare weergave van een kleur.

Tot slot komen de namen die verffabrikanten aan bepaalde kleuren geven lang niet altijd overeen met de kleuren die verkregen worden als de genoemde pigmenten in olie worden aangemaakt.

De bovenstaande kanttekeningen in acht nemend volgen hieronder toch hier enkele kleurnummers ter indicatie, omdat dit de enige betrouwbare manier is om weer te geven hoe een kleur eruitziet.

Gebrande omber (lijnolie)

ACC code: C8.10.20, C4.05.20, B9.04.17 of C6.14.16

NCS code: tussen S8010-Y70R en S8005-Y80R

RAL code: 8017 of 8019

Ongebrande omber (lijnolie)

ACC code: D2.10.15 of D6.10.20

NCS code: S7808-Y42R

RAL code: 8014

Verder lezen

Bron

Deze tekst is gebaseerd op:

  • Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)

Deze publicatie is tot stand gekomen door eigen onderzoek en o.a. de volgende bronnen:

  • M. de Keijzer en P. Keune, Pigmenten en bindmiddelen (Amsterdam, 2001)
  • L. Simis, bewerkt door H. Janse, en J. Berghuis jr., Schilder- en Verfkunst (’s-Gravenhage, z.j.)
  • H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam (Amsterdam, 1973-1992 p. 94-108)