Verstening
Verstening is het vervangen van gevels bestaande uit natuurlijke bouwmaterialen door baksteen.
Verspreiding
Vanaf circa 1275 tot 1925 heeft baksteen de meeste andere bouwmaterialen in de Nederlandse boerderijbouw verdrongen. Verstening vond plaats afhankelijk van de beschikbaarheid van baksteen in de omgeving. Dit geleidelijke proces heeft zich verspreid vanuit west naar oost en van noord naar zuid. De verstening van de boerderijgebouwen voltrok zich in de praktijk het eerst in de buurt van de steden, ook omdat zich daar productie en aanvoer van stenen concentreerden.
Welvaart
Het verstenen van gebouwen was een kostbare aangelegenheid. Daarom waren het eerst de eigendommen van de rijken die verbouwd werden. Eerst werden alleen kerken, kloosters, overheidsgebouwen en huizen van adellijke personen uit baksteen opgetrokken. Langzamerhand volgden de huizen van de gegoede burgerij en met het toenemen van de welvaart werden ook steeds meer boerderijen met baksteen gebouwd. De adellijke en stedelijke voorbeelden zorgden ervoor dat bij het gebruik van baksteen ook statusoverwegingen meespeelden.
Gefaseerde verstening bij boerderijen
Voorheen was de toepassing van natuurlijke bouwmaterialen voor wanden zoals riet, vlechtwerk en leem in de boerderijbouw regel geweest. Het eerste baksteengebruik op het Zuid-Hollandse platteland dateert uit de zestiende eeuw. De brandmuur, kelder en opkamer waren niet zelden het eerste deel dat in baksteen werd gebouwd. Die gefaseerde verstening, te beginnen met de brandmuur, de kelder en de opkamer, was ook gebruikelijk bij Utrechtse boerderijen.
Bron
De tekst is gebaseerd op:
- Nederland dichtbij Boerderijen
- 'Vakwerkhuizen', Landleven 12e jaargang, nummer 4 – juni 2007