Vloedschuur: verschil tussen versies

Uit Agriwiki
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Bij de strijd tegen het water wordt vooral gedacht aan de strijd tegen de zee. Er zijn echter periodes geweest dat de grote rivieren voor veel meer problemen zorgden. ...')
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Bij de strijd tegen het water wordt vooral gedacht aan de strijd tegen de zee. Er zijn echter periodes geweest dat de grote rivieren voor veel meer problemen zorgden. Dat was vooral zo vanaf het einde van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw. De problemen werden enerzijds veroorzaakt door het klimaat en anderzijds – heel paradoxaal – door de [[dijk|dijkbouw]] die vanaf de veertiende eeuw de loop van de rivieren heeft beteugeld.  
+
Bij de strijd tegen het water wordt vooral gedacht aan de strijd tegen de zee. Er zijn echter ook periodes geweest dat de grote rivieren in grote delen van Nederland voor veel meer problemen zorgden. Dat was vooral zo vanaf het einde van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw. De problemen werden enerzijds veroorzaakt door het klimaat en anderzijds – heel paradoxaal – door de [[dijk|dijkbouw]] die vanaf de veertiende eeuw de loop van de rivieren heeft beteugeld.  
 +
[[Bestand:Vloeddeur vloedstal.JPG|thumb|150px|Om toegang te krijgen naar de [[vloedstal]] of de [[waterstal]] werd een [[vloeddeur|hooggeplaatste deur]] toegepast. Overzicht [[achtergevel]] en detail [[deur]]. [[Boerderij]] te Groot-Ammers (ZH)(Bron: Fotoarchief Bureau Helsdingen, Vianen)]]
  
 
===De Kleine IJstijd===  
 
===De Kleine IJstijd===  
De periode 1550-1850 was veel kouder dan de huidige tijd. Geologen spreken in dat verband wel van de ‘Kleine ijstijd’. De rivieren voerden minder water aan, waardoor ze sneller verzandden. De beddingen en uiterwaarden kwamen daardoor steeds hoger boven de buitendijkse gronden te liggen. Bovendien kenden de rivieren in de koudeperiodes veel ijsgang. Problemen ontstonden er vooral in het voorjaar door de toevloed van smeltwater en kruiend ijs. In die tijd kwamen er veel dijkdoorbraken en overstromingen van het laaggelegen achterland voor. Rampjaren waren onder andere 1784, 1795, 1799, 1803, 1809 eb 1820.  
+
De periode 1550-1850 was veel kouder dan de huidige tijd. Geologen spreken in dat verband wel van de ‘Kleine ijstijd’. De rivieren voerden minder water aan, waardoor ze sneller verzandden. De beddingen en uiterwaarden kwamen daardoor steeds hoger boven de buitendijkse gronden te liggen. Bovendien kenden de rivieren in de koudeperiodes veel ijsgang. Problemen ontstonden er vooral in het voorjaar door de toevloed van smeltwater en kruiend ijs. In die tijd kwamen er veel dijkdoorbraken en overstromingen van het laaggelegen achterland voor. Rampjaren waren onder andere 1784, 1795, 1799, 1803, 1809 en 1820.
  
 
===Opbouw===  
 
===Opbouw===  
De bewoners van de rivierengebieden moesten zich goed wapenen tegen de voortdurende overlast van het water. Voor crisissituaties werden allerhande voorzieningen getroffen. In de Tielerwaard werden in die tijd veel vrijstaande vloedschuren gebouwd veelal onderkelderd, bijvoorbeeld met een opslagruimte voor bieten of aardappelen – waarvan het niveau van de [[vloer]] meestal een tot twee meter boven het maaiveld lag. Via een vloedstoep en een vloeddeur kon in geval van nood het vee en andere levende have in de [[schuur]] in veiligheid worden gebracht. In tijden dat er geen gevaar dreigde, werden de vloedschuren bijvoorbeeld gebruikt als jongveestal.  
+
De bewoners van de rivierengebieden moesten zich goed wapenen tegen de voortdurende overlast van het water. Voor crisissituaties werden allerhande voorzieningen getroffen. In de [[Tielerwaard]] en [[Alblasserwaard]] werden in die tijd veel vrijstaande vloedschuren gebouwd. De vloedschuren in de Tielerwaard waren veelal onderkelderd, bijvoorbeeld met een opslagruimte voor bieten of aardappelen – waardoor het niveau van de [[vloer]] meestal een tot twee meter boven het maaiveld lag. Via een [[vloedstoep]] en een [[vloeddeur]] kon in geval van nood het vee en andere levende have in de [[schuur]] in veiligheid worden gebracht. In tijden dat er geen gevaar dreigde, werden de vloedschuren bijvoorbeeld gebruikt als jongveestal.  
  
 
===Bron===
 
===Bron===
 
De tekst is gebaseerd op:
 
De tekst is gebaseerd op:
* 'Vloedschuren', Nederland dichterbij boerderijen
+
* Ton van der Heijden (red.) ''Nederland Dichterbij Boerderijen'' (Amsterdam 1996), 'Vloedschuren'
  
 
===Links===
 
===Links===
Regel 19: Regel 20:
 
*  
 
*  
  
[[Categorie: Boerderijtypologie]]
+
 
[[Categorie: Landleven]]
 
[[Categorie: Landleven]]
 +
[[Categorie: Alblasserwaard-Vijfheerenlanden]]
 +
[[Categorie: Interieuronderdelen]]
 +
[[Categorie: Bijgebouwen]]

Versie van 7 okt 2015 11:45

Bij de strijd tegen het water wordt vooral gedacht aan de strijd tegen de zee. Er zijn echter ook periodes geweest dat de grote rivieren in grote delen van Nederland voor veel meer problemen zorgden. Dat was vooral zo vanaf het einde van de achttiende en in het begin van de negentiende eeuw. De problemen werden enerzijds veroorzaakt door het klimaat en anderzijds – heel paradoxaal – door de dijkbouw die vanaf de veertiende eeuw de loop van de rivieren heeft beteugeld.

Om toegang te krijgen naar de vloedstal of de waterstal werd een hooggeplaatste deur toegepast. Overzicht achtergevel en detail deur. Boerderij te Groot-Ammers (ZH)(Bron: Fotoarchief Bureau Helsdingen, Vianen)

De Kleine IJstijd

De periode 1550-1850 was veel kouder dan de huidige tijd. Geologen spreken in dat verband wel van de ‘Kleine ijstijd’. De rivieren voerden minder water aan, waardoor ze sneller verzandden. De beddingen en uiterwaarden kwamen daardoor steeds hoger boven de buitendijkse gronden te liggen. Bovendien kenden de rivieren in de koudeperiodes veel ijsgang. Problemen ontstonden er vooral in het voorjaar door de toevloed van smeltwater en kruiend ijs. In die tijd kwamen er veel dijkdoorbraken en overstromingen van het laaggelegen achterland voor. Rampjaren waren onder andere 1784, 1795, 1799, 1803, 1809 en 1820.

Opbouw

De bewoners van de rivierengebieden moesten zich goed wapenen tegen de voortdurende overlast van het water. Voor crisissituaties werden allerhande voorzieningen getroffen. In de Tielerwaard en Alblasserwaard werden in die tijd veel vrijstaande vloedschuren gebouwd. De vloedschuren in de Tielerwaard waren veelal onderkelderd, bijvoorbeeld met een opslagruimte voor bieten of aardappelen – waardoor het niveau van de vloer meestal een tot twee meter boven het maaiveld lag. Via een vloedstoep en een vloeddeur kon in geval van nood het vee en andere levende have in de schuur in veiligheid worden gebracht. In tijden dat er geen gevaar dreigde, werden de vloedschuren bijvoorbeeld gebruikt als jongveestal.

Bron

De tekst is gebaseerd op:

  • Ton van der Heijden (red.) Nederland Dichterbij Boerderijen (Amsterdam 1996), 'Vloedschuren'

Links

Verder lezen