Windschoor

Uit Agriwiki

Een windschoor is een schoor die in de lengterichting van een kap is aangebracht tussen de kapspanten en de flieringen of gordingen om windverband en stijfheid in de langsrichting in een kap te realiseren.

Windverband[bewerken | brontekst bewerken]

Een kapconstructie moet niet alleeen in de dwarsrichting stabiel zijn, maar ook in de langsrichting. Een windverband moet de winddruk opvangen die in de langsrichting op het dak staat. Als een kapconstructie geen goed windverband heeft kunnen de kapspanten scheef komen te staan (schranken). Het windverband kan op verschillende manieren gerealiseerd worden, namelijk door een windschoor of een windlat. Ook het aanbrengen van een goed vastgespijkerd dakbeschot draagt bij aan het windverband.

Windschoor[bewerken | brontekst bewerken]

'Schuin oplopend stuk hout, in de lengte richting van de kapconstructie aangebracht tussen een spantdeel en een fliering of gording. Daarmee wordt de stijfheid van de kap in die richting verzekerd en de winddruk opgenomen. Ook: spreiband, windband, stormband.' (E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.517)

Windlat[bewerken | brontekst bewerken]

'Schuin oplopende lat, onder tegen een opeenvolgende serie daksporen gespijkerd om schranken tegen te gaan. Eerste vorm van windverband in een kapconstructie.' (E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.516)

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.516 en 517

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]

  • G. Berends Historische houtconstructies in Nederland (1996 Arnhem)