Baksteenformaat: verschil tussen versies

Uit Agriwiki
Regel 51: Regel 51:
 
* Monumentenwacht ''Inspectiehandboek 1'', 1.2.1.0.4  
 
* Monumentenwacht ''Inspectiehandboek 1'', 1.2.1.0.4  
 
* Baksteenformaten, Landleven 11e jaargang, nummer 5 – september/oktober 2006
 
* Baksteenformaten, Landleven 11e jaargang, nummer 5 – september/oktober 2006
* [http://www.bureauhelsdingen.nl Eigen tekst Bureau Helsdingen]
+
* Bureau Helsdingen
  
 
===Links===
 
===Links===

Versie van 11 apr 2012 08:36

Bakstenen zijn in veel verschillende formaten gebakken. Het formaat, de kleur en de oppervlakte structuur zeggen iets over de ouderdom van de steen en de regio waar de steen gebakken is. Globaal is het zo dat hoe groter de steen is hoe ouder die (meestal) is. Maar dit is veel complexer dan het op het eerste gezicht lijkt. In de ene regio ging men veel sneller over op kleine stenen dan in de andere regio. Ook werden er vaak meerdere steenformaten tegelijkertijd gebruikt. Er zijn stadskeuren bekend waar men drie verschillende steenformaten voorschreef.

Geschiedenis

Na de Romeinse tijd is de productie van baksteen in Nederland gestopt om pas weer in de middeleeuwen op gang te komen. In de twaalfde eeuw herintroduceerden kloosterlingen het bakken van stenen uit klei in Nederland en Vlaanderen. Ook in Friesland werden al heel vroeg stenen gebakken. Tot dan toe werden belangrijke gebouwen vooral met tufstenen gebouwd. Die waren 35 x 17 x 8,5 à 9,5 centimeter groot. De eerste bakstenen werden net zo groot gemaakt en staan bekend als kloostermoppen. Aanvankelijk werden ze ook uitsluitend gebruikt voor kloosters en andere belangrijke gebouwen. Na de kloostermoppen zijn de bakstenen in de loop van de tijd steeds kleiner geworden. Kleinere stenen zijn namelijk makkelijker te bakken en vooral beter te hanteren. Bovendien is metselwerk met kleine bakstenen en fijn voegwerk in de loop van de tijd een modeverschijnsel en een teken van welstand geworden.

Regionale formaten

De productie van bakstenen vond overal plaats waar klei voorhanden was en bakstenen nodig waren. Later werd de productie steeds meer geconcentreerd in het rivierengebied en in de provincies Friesland en Groningen. Na verloop van tijd onstond er enige standarisatie van de steenformaten en kregen de meeste regio's een kenmerkend formaat baksteen:

Meest voorkomende (gemiddelde) maten van oude bakstenen (in cm met de herkenbare kleur).
Kloostermop 32x15x8
Groningersteen 28x13x6
Friese steen (moppen) 21,5x10,6x4,5, geel, rood, appelbloesem
Friese steen (drieling) 18x8,8x4, geel rood, appelbloesem
Waalsteen 21,5x10,6x5,3
Utrechtse platte 23x11x3,8/4,2
Rijnsteen (drieling) 18x9x4,3, fris oranje
(Hollandse) IJsselsteen 16x7,8x4,5, geel
Dordtse drieling 18x9x4,5
Noord-Brabantse steen 18x9x5,2, rood/bruin
Limburgse steen 24x11,8x6, paars/bruin
Limburgse steen (drieling) 18x8,7x5, paars/bruin


Verkleinen van baksteen

Om een goed verband in het metselwerk te krijgen is het noodzakelijk om bakstenen te halveren en dergelijke. Er zijn verschillende manieren om een baksteen te verkleinen, de afbeelding geeft verduidelijking in de terminologie hiervan. Er wordt gesproken over:

  • Strek;
  • Kop;
  • Drieklezoor;
  • Klisklezoor;
  • Klezoor;
  • Geschifte steen;
  • Lepe steen.

Bron

De tekst is gebaseerd op:

  • Monumentenwacht Inspectiehandboek 1, 1.2.1.0.4
  • Baksteenformaten, Landleven 11e jaargang, nummer 5 – september/oktober 2006
  • Bureau Helsdingen

Links

Verder lezen