Baksteenformaat
Geschiedenis
Na de Romeinse tijd is de productie van baksteen in Nederland gestopt om pas weer in de middeleeuwen op gang te komen. In de twaalfde eeuw herintroduceerden kloosterlingen het bakken van stenen uit klei in Nederland en Vlaanderen. Tot dan toe werden belangrijke gebouwen vooral met tufstenen gebouwd. Die waren 35 x 17 x 8,5 à 9,5 centimeter groot. De eerste bakstenen werden net zo groot gemaakt en staan bekend als kloostermoppen. Aanvankelijk werden ze ook uitsluitend gebruikt voor kloosters en andere belangrijke gebouwen. Na de kloostermoppen zijn de bakstenen in de loop van de tijd steeds kleiner geworden. Kleinere stenen zijn namelijk makkelijker te bakken en vooral beter te hanteren. Bovendien is metselwerk met kleine bakstenen en fijn voegwerk in de loop van de tijd een modeverschijnsel en een teken van welstand geworden.
Regionale formaten
De productie van bakstenen vond overal plaats waar klei voorhanden was en bakstenen nodig waren. Later werd de productie steeds meer geconcentreerd in het rivierengebied en in de provincies Friesland en Groningen. Iedere regio had zijn eigen formaat baksteen:
Meest voorkomende (gemiddelde) maten van oude bakstenen (in cm met de herkenbare kleur). | |
---|---|
Kloostermop | 32x15x8 |
Groningersteen | 28x13x6 |
Friese steen (moppen) | 21,5x10,6x4,5, geel, rood, appelbloesem |
Friese steen (drieling) | 18x8,8x4, geel rood, appelbloesem |
Waalsteen | 21,5x10,6x5,3 |
Utrechtse platte | 23x11x3,8/4,2 |
Rijnsteen (drieling) | 18x9x4,3, fris oranje |
(Hollandse) IJsselsteen | 16x7,8x4,5, geel |
Dordtse drieling | 18x9x4,5 |
Noord-Brabantse steen | 18x9x5,2, rood/bruin |
Limburgse steen | 24x11,8x6, paars/bruin |
Limburgse steen (drieling) | 18x8,7x5, paars/bruin |
Bron
De tekst is gebaseerd op:
- Baksteenformaten, Landleven 11e jaargang, nummer 5 – september/oktober 2006