De nisschouw

Uit Agriwiki

In boerderijen is de nisschouw één van de oudste type schouwen. Dit type komt voor in het midden van het land, met name ten zuiden van de rivieren in Brabant. Bij een nisschouw wordt de boezem gedragen door twee muurtjes. Door deze zijwanden onder de schouw ontstaat er een nis waar zich de haardstede bevindt.

De nisschouw als werkschouw[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer de nisschouw zich in het achterhuis bevindt, is het vaak een werkschouw geweest en treffen we meestal ook een bakoven of een waterfornuis aan. De bakoven bevond zich meestal aan de zijkant van de schouw. Onder de oven was er vaak achter een houten luik een houtberging voor de takkenbossen waarmee de oven warm gestookt werd. De bakoven had zelf geen eigen rookkanaal. Tijdens het stoken bleef het ovendeurtje een klein stukje open staan zodat er zuurstof naar binnen en rook naar buiten kon. Boven de ovendeur zat veelal een stalen plaat voor de begeleiding van de rook naar de schouwboezem. Het waterfornuis, ook wel sopketel genoemd, bevond zich eveneens tegen de zijkant van de schouw en werd gebruikt om zowel de wekelijkse was en het veevoer in te koken. Het gietijzeren waterfornuis werd oorspronkelijk meestal onder de schouw tegen de hoek ingemetseld, maar later kreeg je ook wel losstaande exemplaren met een kacheltje eronder.

De nisschouw als luxe schouw[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer de nisschouw zich in het voorhuis bevindt, loopt de kroonlijst van de nisschouw vaak over de gehele breedte van de woonkamer door. De kopse kanten van de zijwanden, die de schouwboezem dragen, zijn vaak met houten pilasters of tegelpilasters afgewerkt. Bij een nisschouw kan de schouwboezem ook geheel of gedeeltelijk gedragen worden door de zijwanden van het vertrek. Een nisschouw in het voorhuis werd vaak gecombineerd met één of twee bedsteden die zich dan aan weerszijden of aan één zijde van de nisschouw bevonden.

De 19-eeuwse nisschouw[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het eind van de 19de eeuw doet de nisschouw opnieuw zijn intrede als keukenschouw. Deze nisschouwen zijn echter een stuk kleiner (met name smaller) en gemaakt om een fornuis of kachel onder te zetten.


In tegenstelling tot de hangschouw, die veel aan het eind van de 19de eeuw zijn gesloopt om plaats te maken voor kleinere schoorsteen met schoorsteenmantel, zijn veel grote nisschouwen vaak verborgen behouden gebleven. Vaak werden ze omgebouwd met een voorzetwand of weggewerkt in een kastenwand. Ook kwam het wel voor dat er een wc of zelf een complete badkamer in de nis van de schouw werd gemaakt wanneer de nisschouw groot en diep genoeg was.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

  • M. Mollema, De Boerderij Het behouden waard (Groot-Ammers 2014) pp.99-103.