5.2 Pek
Pek is ingedampte teer. Het wordt bij verwarming boven 60°C vloeibaar. Bij koud weer is het hard en bros, zodat het gemakkelijk breekt en schilfert. Op de breukvlakken is het dan spiegelend zwart. Bij opwarming in de zomer wordt het stroperig, taai en plakkerig. De hardheid van het pek bepaalt het verwerkingspunt, waarbij de pek zacht wordt en het smeltpunt. Hoe harder de pek, hoe hoger het smeltpunt. Pek werd vanouds veel gebruikt in de scheepsbouw, om houtwerk waterdicht te maken. In boerderijen wordt pek alleen gebruikt voor het afdichten van naden tussen houten deuren, luiken of potdekselwerk. Een in teer of in pek gedrenkte draad (de pikdraad) wordt dan tussen de naden gestopt ter afdichting.
Verder lezen
- Het boek ''Kleur op boerderijen''
- 1.0 Historisch verantwoord kleurgebruik
- 2.0 Stel het nadenken over kleuren niet uit tot de schilder komt
- 3.0 Traditionele verf
- 4.0 Kalkverf en andere waterachtige verven
- 5.0 Teer, teerproducten en teervervangers
- 6.0 Kleurgebruik op boerderijen
- 7.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik op het exterieur
- 8.0 Regionale verschillen in kleurgebruik in het Groene Hart
- 9.0 De ontwikkeling van het kleurgebruik in het interieur
- 10.0 Verkleuren van verf
- 11.0 De kleurkeuze
- 12.0 Kleur, monumenten en welstand
- 13.0 Kleurnummers
Bron
Deze tekst is gebaseerd op:
- Ineke de Visser, Kleur op boerderijen. In het groene hart van Holland (Hardinxveld-Giessendam 2006)
- Piet den Hertog, Teer, teerproducten en teervervangers. In: Nieuwsbrief Boerderij & Erf Alblasserwaard Vijfherenlanden, jaargang 11, nr. 17, maart 2009, pp. 10-11. [1]
Deze publicatie is tot stand gekomen door eigen onderzoek en o.a. de volgende bronnen:
- M. de Keijzer en P. Keune, Pigmenten en bindmiddelen (Amsterdam, 2001)
- L. Simis, bewerkt door H. Janse, en J. Berghuis jr., Schilder- en Verfkunst (’s-Gravenhage, z.j.)
- H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam (Amsterdam, 1973-1992 p. 94-108)