Smuiger

Uit Agriwiki
Een smuiger in de stolpboerderij uit Zuid-Scharwoude in het Nederlands Openluchtmuseum. Bron: Hull, H.A.V. van ‘t, Nederlands verleden Nu, Het Nederlands Openluchtmuseum 75 jaar, pag. 62.
Een smuiger in de stolpboerderij uit Zuid-Scharwoude in het Nederlands Openluchtmuseum. Bron: Hull, H.A.V. van ‘t, Nederlands verleden Nu, Het Nederlands Openluchtmuseum 75 jaar, pag. 62.

De smuiger, een bijzondere schouw, is karakteristiek voor veel Noord-Hollandse stolpboerderijen. Daarvan wordt voor het eerst melding gemaakt in 1644 bij een stolp in Westzaan.

Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]

Vroeger hadden Noord-Hollandse boerderijen rechthoekige en hooggeplaatste rookvangers, met een geprofileerde rand waarop borden konden worden gezet. Toen de kachel eenmaal gemeengoed was geworden, hadden zulke rookvangen eigenlijk geen functie meer. De schouw werd daardoor kleiner en tegelijkertijd werd er meer aandacht besteed aan de versiering ervan. De smuiger was het resultaat.

Sierlijke vorm[bewerken | brontekst bewerken]

’Smuiger’ of ‘smuigerd’ komt van ‘smuigen’ of ‘smuken’, wat onder meer ‘laag zijn’ betekent. Met een smuiger wordt dan ook een rookvang bedoeld die lager is dan een schouw. De smuiger kan verschillende vormen hebben en is meestal betegeld. Waarschijnlijk heeft men in de vormgeving ervan aansluiting gezocht bij de schoorsteenmantels zoals die uit stedelijke architectuur bekend waren. Schoorsteenkappen werden voortaan kleiner vormgegeven en verder naar beneden gehaald. De hoeken van het rookkanaal werden vaak afgeschuind. Het boezemhout aan de onderzijde van de rookvang kreeg een sierlijke vorm en boog dan in het midden omhoog. Voor het tegelwerk van de schoorsteenwand en de rookvang werden meestal gedecoreerde tegels gebruikt. Bijbelse afbeeldingen waren populair, maar bijvoorbeeld ook landschappelijke motieven, guirlandes met vogels en druiven, kat en hond, vaasvormen en bloemboeketten, boerin met koe en boer met paard, gekooide vogels en verbeeldingen van de zinnebeelden geloof, hoop en liefde. Vaak werden deze figuratieve tegels gecombineerd met witte. Toen er nog een open vuur werd gestookt, werd tegen de betegelde achterwand van de schouw meestal een ijzeren haardplaat gezet. Dat werd gedaan om de tegels en de wand tegen de hitten van het vuur te beschermen of om eventuele door de hitte gesprongen en geblakerde tegeltjes aan het oog te onttrekken.

Ronde achterwand[bewerken | brontekst bewerken]

In rijke boerderijen werd de schoorsteenwand aan de bovenzijde soms sterk naar voren gebogen gemetseld. De betegelde achterwand doorsnijdt dan als het ware het rookkanaal. Vaak worden alleen de rookvangen met een gebogen achterwand als smuiger aangeduid. Dat is niet terecht. Maar de smuiger met de gebogen achterwand is wél de meest karakteristieke vorm. Door de gebogen achterwand kreeg de stookplaats een overheersende plaats in de kamer. Wellicht werd dat gedaan om de aandacht te richten op het vaak heel bijzondere tegelwerk. In de loop van de negentiende eeuw werden de schouwen weer eenvoudiger, vlakker en veelal voorzien van beschilderde houten panelen. Daarmee kwam grotendeels een einde aan de bouwtraditie van de typische gebogen en betegelde schoorsteenwand.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • 'Karakteristieke schouw in stolpboerderij', Landleven 8e jaargang, nummer 4- juli/augustus 2003

Links[bewerken | brontekst bewerken]

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]