Sponning

Uit Agriwiki
Sponning (houten basisvorm)

Uitsnede in een bouwdeel waarin een ander bouwdeel (gedeeltelijk) opgesloten zit of tegen aan kan slaan. Voorbeelden zijn een schuifraam dat opgesloten zit in het kozijn of een deur die stuit op het deurkozijn. Sponningen kunnen in hout aanwezig zijn en in steen.

Er worden 3 soorten sponningen onderscheiden:

  1. Kalksponning;
  2. Kloostersponning;
  3. Steensponning.

Kalksponning[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillende soorten sponningen. Afbeelding uit * Haslinghuijs, Bouwkundige termen, E.J. Haslinghuijs, Leiden 2001, p427

Deze sponning wordt gebruikt om een kozijn vast te zetten in een muuropening. De sponning is V-vormig en bevindt zich aan de buitenzijde van het kozijn waarmee het raakvlak van het metselwerk is. De V-vorm wordt gevuld met mortel zodat, na verharding, het kozijn niet kan schuiven in de gevelopening. Dit bevordert de tocht- en waterdichting van het kozijn.

Kloostersponning[bewerken | brontekst bewerken]

Een sponning die het andere bouwdeel driezijdig insluit is een kloostersponning. Dit wordt gebruikt bij schuiframen.

Steensponning[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer een sponning het andere bouwdeel aan twee zijden opvangt spreken we van een steensponning. Dit wordt gebruikt voor deuren en glas.

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

De tekst is gebaseerd op:

  • E.J. Haslinghuis en H. Janse Bouwkundige termen, Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (4de druk, Leiden 2001), p.427
  • G. Berends, Historische houtconstructies in Nederland, Arnhem 1999