Bulloper

Iemand die met een dekstier langs boerderijen ging om koeien te dekken. De bulloper verzorgde de dekstieren en ging van mei tot juli langs boeren die zijn diensten konden gebruiken. Hij melde zich met zijn fokstier aan door middel van een bullentoeter. Als een boer gebruik wilde maken van de dekstier van de bulloper plaatste hij een lege zak over het voorhek, of een omgekeerde bezem aan de dam. De bulloper wist dan dat zijn diensten nodig waren.

Bullestiek

Om een gezonde veestapel te krijgen, was het nodig dat er af en toe een andere stier kwam. Deze wijze van fokken werd op het platteland 'bullestiek' genoemd. In West-Friesland was het sinds halverwege de 17e eeuw al mogelijk om gebruik te maken van dekstieren, die eigendom waren van de bullestiek -- een vereniging van boeren die één of meer fokstieren houden. De stieren werden door een groep boeren in een dorp gekocht, waardoor de kosten beperkt bleven. Ze konden door de boeren in en om het dorp worden gebruikt om hun koeien te dekken.

De rechten en plichten van de bulloper waren vastgelegd door de notaris. Deze noteerde zorgvuldig wanneer de bulloper met zijn stier langs de boeren ging, hoeveel de bulloper verdiende en wat er gebeurde wanneer een stier door een koe werd verwond.

Bronnen:

• Kooij, Ben en Judith Toebast. Het grote boerderijenboek. W Books, 2013.
• 'De Bulloper.' Westfries Archief, https://www.westfriesarchief.nl/historie/west-friezen-bij-de-notaris/635-de-bulloper.