Terp

Uit Agriwiki

Kunstmatig verhoogde woonplaats. In Holland spreekt men niet van een terp, maar van een werf. In Groningen wordt meestal de benaming wierde gebruikt. Terpen zijn niet alleen in Nederland terug te vinden maar komen langs de hele Waddenkust van West-Europa voor.

Zicht op de terp van Hogebeintum
Kwelder bij Dreischor

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Wierdendorp Niehove in Groningen

Het Noord-Nederlandse kweldergebied ontwikkelde zich onder invloed van een geleidelijk stijgende zeespiegel en voldoende beschikbaarheid van sediment. Hoewel dit regelmatig overstromende gebied op het eerste gezicht niet al te geschikt lijkt voor permanente bewoning, werd het al rond 600 v.Chr. bewoond. De vroegste nederzettingen zijn te vinden bij de terp Stapert bij Wommels in Friesland en Middelstum-Boerdamsterweg in Groningen. Mogelijkerwijs werd er op het begin alleen seizoensgebonden van de kwelders gebruikt gemaakt; bijvoorbeeld doordat boeren uit Noord-Drenthe hun koeien in de zomer op de kwelderweiden te laten grazen. Deze uitgestrekte kwelderweiden waren waarschijnlijk dan ook de grootste trekpleister voor de eerste bewoners van het gebied.

Constructie[bewerken | brontekst bewerken]

Als bewoners zich dichter bij de zee wilden vestigen dan moesten ze hun woonplaats verhogen om droge voeten te houden. De nieuwe bewoners legden hiervoor kleine woonpodia aan van een halve meter tot een meter hoog. Deze podia konden op verschillende manieren geconstrueerd worden. De dikke rand, die de podia tegen verzakking moest beschermen, bestond vaak uit gestapelde kwelderplaggen of gevlochten rijstwerk. Binnenin werden kwelderplaggen of mest gestort. Hoewel mest voor de moderne lezer mogelijk als onwenselijk wordt beschouwd was het een uiterst effectief constructiemiddel. Mest werkt namelijk veel isolerender dan klei waardoor het wooncomfort werd verhoogd. Ook verdween de typerende geur nadat de mest gedroogd was.

Individuen en groepen[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste huizen in het kweldergebied hadden elk hun eigen podium (ook wel: huisterp) en stonden solitair of in groepjes bij elkaar. Na verloop van tijd groeiden de podia uit tot terpjes en grotere dorpsterpen en -wierden.

Het kweldergebied breidde zich onder invloed van de relatieve zeespiegelstijging en de aanvoer van slib en zanddeeltjes steeds verder naar het noorden uit. Deze nieuwe gebieden werden eerst gebruikt om het zee te laten grazen en vervolgens vermoedelijk in gebruik genomen vanuit de bestaande terpen en wierden.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]