Boerderij Alblasserwaard

Uit Agriwiki
En bijzonder mooie en kapitale boerderij in het dorp Noordeloos aan de Noordzijde in de Alblasserwaard. Gemeente Molenlanden.

Door de hele Alblasserwaard komen boerderijen voor. Ze kunnen in de dorpjes gelegen zijn, maar ook aan de rand van de stadjes en in het open gebied. Alblasserwaardse boerderijen liggen vrijwel altijd haaks op de kavel in lange reeksen langs de rivieren de Lek, de Merwede, en de Noord. Ook langs kleinere stromen als de Noordeloos, de Giessen en de Alblas, en langs gegraven weteringen zijn boerderijen te vinden.

Boerderijen in de Alblasserwaard behoren vrijwel altijd tot de hallehuisgroep. Een onderverdeling die hierin gemaakt kan worden zijn de voerdeelvariant, de dwarsdeelvariant en de zijlangsdeelvariant. In de Alblasserwaard komt de dwarsdeelvariant het meeste voor.

Strijd tegen het water[bewerken | brontekst bewerken]

De dreiging van het water is een vormende factor voor bebouwing in de Alblasserwaard. Het gebied had in het verleden regelmatig te kampen met zware overstromingen waarop de boeren hun boerderijen moesten aanpassen.

Woonheuvel[bewerken | brontekst bewerken]

Boerderijen in de Alblasserwaard zijn veelal op een zogenoemde woonheuvel gebouwd, een verhoging van het erf ten opzichte van het maaiveld van soms wel twee meter. Een boerderij kan alleen op een woonheuvel staan, maar ze kunnen ook in groepen voorkomen. De woonheuvel zorgde ervoor dat de boeren, ondanks de vele overstromingen en het hoge water dat de waarden teisterde, toch droge voeten hielden.

Voorhuis[bewerken | brontekst bewerken]

Boerderij 't Hoge Huis aan de Brandwijksedijk in Brandwijk.

Kemerkend zijn de opvallende aanpassingen die werden gedaan aan het voorhuis. Zo kon de gevel van de boerderij aan de kant waar het water vandaan kwam pijlvormig uitgebouwd worden om de waterstroom te verbreken.

Ook in het interieur werden aanpassingen gemaakt als bescherming tegen het water. Zo werd de opkamer vaak gebruikt als wijkplaats van het water. Deze kamer was doorgaans al goed bewoonbaar door de aanwezigheid van een schouw en vaak ook bedsteden. In de gevel werden vloed- of waterdeuren gecreëerd, waardoor men als het water hoog stond met een bootje het huis kon verlaten. Ook werd er soms voor gekozen om de vloer in de middenbeuk of het hele voorhuis te verhogen.

Interieur waterzolder in Nieuwland

Schuur[bewerken | brontekst bewerken]

Niet alleen de boer en zijn gezin, maar ook het vee moest beschermd worden tegen hoog water. Hiervoor waren twee mogelijkheden: de waterstal en de waterzolder.

Het erf[bewerken | brontekst bewerken]

Boerderijen in de Alblasserwaard hebben doorgaans een rechthoekig grondoppervlak, omgeven door sloten. Het erf is bereikbaar via een brede oprit, die bij de dwarsdeelboerderij altijd langs de deeldeuren leidt. Op het erf zijn doorgaans verschillende bijgebouwen te vinden zoals een veeschuur (direct achter de boerderij), een wagenschuur (aan de oprit), een zomerhuis (naast de boerderij), een boenhok (aan het water) met eventueel een kookhok, en een zandhok. De mesthoop bevond zich op het laagste punt van het erf.

Op het voorerf van de boerderij vindt men vaak een moestuin in combinatie met een siertuin/bloementuin. Deze werden afgebakend door middel van een ijzeren hek of heg (vaak iepen of liguster). Bloemen die veel in de tuinen van Alblasserwaardse boerderijen worden aangetroffen zijn afrikaantjes, begonia's, geraniums en rozen. Langs de randen van de boerentuin werden hogere bloemen geplant als dahlia's, irissen en monnikskap. Voor het huis werden leibomen geplant als zonnewering. In Oudalblas en in Alblasserdam zijn de stammen van de leibomen witgekalkt tegen ongedierte.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

Van Groningen, Catharina L. De Alblasserwaard. W Books, 1992. Geraadpleegd via DBNL KB, nationale bibliotheek,